Het referendum over de grondwetswijziging van 4 december – deel 2 (de grondwet)
(26-11-2016)

L'Italia è una Repubblica democratica, fondata sul lavoro. Italië is een democratische republiek, met arbeid als fundament. Het eerste van de 139 artikelen van de Italiaanse grondwet uit 1948 verraadt al wie tot de “grondwetgevende vaderen” behoorden.
Alle partijen van vlak na de Tweede Wereldoorlog schreven mee. Van christendemocraten en republikeinen tot socialisten en communisten. Eén ding stond als een paal boven water: Italië mocht nooit meer een dictatuur worden zoals onder de fascistische leider Benito Mussolini. Daarom zorgde men ervoor dat het controlerende orgaan, het parlement, extra veel macht kreeg om het uitvoerende orgaan, de regering, te kunnen controleren. Het was de geboorte van het inmiddels vermaledijde volmaakte tweekamerstelsel (zie deel 1).
Volgens critici zorgen de identieke functies van Kamer en Senaat voor een tergend langzame wetgeving en gebrek aan krachtdadigheid en instabiliteit van regeringen. Iedere negen maanden valt de regering en wordt er weer een nieuwe geboren, is een veel gehoorde klacht. Geen regering kan zo aan lange termijnplanning doen. Alles blijft ad hoc. Italië is een extreem instabiel land. Vaak haalt men dan aan dat in de afgelopen 69 jaar Italië maar liefst 63 regeringen heeft geteld.
Maar is dat wel zo? In de decennia tot het smeergeldschandaal van begin jaren 90 vielen er inderdaad om de haverklap regeringen. Maar veelal volgden er dan geen verkiezingen. Na een onderlinge herschikking (een nieuwe premier, andere ministers) regeerde men weer vrolijk verder. En tot dat enorme schandaal was er wel degelijk een stabiele factor die het land bestuurde. De christendemocratische partij zat als een spin in het partijenweb en slaagde er (tot de opkomst van de socialist Craxi) wonderwel in om de macht vrijwel exclusief in handen te houden.
Als gevolg van het schandaal implodeerden de christendemocratische en de socialistische partij. Daarna kwam Berlusconi met zijn coalitieregeringen en Prodi met de zijne. De korte duur van sommige van die regeringen lag niet aan de grondwet, maar aan coalitiepartners die tijdens de rit de stekker eruit trokken (Legaleider Bossi bij Berlusconi, communist Bertinotti bij Prodi bijvoorbeeld). Maar lang regeren kon gewoon ook. De tweede regering-Berlusconi zat maar liefst 3 jaar, 10 maanden en 12 dagen aan het roer. Totdat drie coalitiepartners hun steun introkken en Berlusconi II werd opgevolgd door… Berlusconi III.
Dat regeringen in Italië vallen ligt dus vooral aan de politici zelf.
Wat niet wegneemt dat de grondwet een tijdsgebonden document is en best deels gewijzigd kan worden. Dat is in het verleden al op kleine schaal gebeurd. Nu komt de regering-Renzi echter met een veel grotere hervorming die veel moeilijker verteerbaar blijkt voor veel Italianen. Een hervorming die veel verwarring en angst oproept. In het volgende blog daarover meer.