Het Italië van Enrico Letta
(10-06-2013)

Vandaag, 10 juni 2013, valt de uitslag van de burgemeestersverkiezingen in een kleine 70 gemeentes van Italië. Hoofdprijs is Rome, waar na vijf jaar burgemeesterschap van PDL-man Gianni Alemanno de Romeinen konden kiezen om deze voormalige fascist er nog vijf jaar bij te gunnen of in zee te gaan met de in Genua geboren en getogen hartchirurg Ignazio Marino van aartsrivaal PD.
Links Gianni Alemanno, rechts Ignazio Marino
Het gaat nog wel even duren voordat alle stemmen zijn geteld, maar de trend is nu al duidelijk. Marino verslaat overtuigend Alemanno, net zoals de Partito Democratico werkelijk overal de concurrenten van de Lega Nord en van Berlusconi's Popolo della Libertà ver achter zich laat. De partijtop van de PD, de partij van regerend premier Enrico Letta, zal dolblij zijn en zonder twijfel de verkiezingsuitslag interpreteren als een blijk van steun van de kant van de kiezers voor de uit nood geboren regering van PD en PDL. Maar is dat wel zo?
De grote winnaar van de twee rondes die de burgemeestersverkiezingen telde is de naar Italiaanse begrippen extreem lage opkomst. In een land waar mensen vroeger het uitbrengen van hun stem als een plicht beschouwden en percentages van ver boven de 80% werden gehaald, blijkt nu slechts krap de helft van de kiezers de gang naar de stembus te hebben gemaakt. Het zijn doorgaans de meer gemotiveerde linkse kiezers die toch maar gaan stemmen, terwijl veel PDL- en ook Legastemmers het duidelijk hebben laten afweten.
Vreemd is dat niet echt. Na de desastreus verlopen parlementsverkiezingen in februari hebben veel kiezers de politiek vol walging de rug toegekeerd. Wat ze zich in hun ergste nachtmerries niet konden voorstellen, een samenwerking tussen aartsvijanden PD en PDL, tussen de erfgenamen van de communistische partij en Silvio Berlusconi, werd werkelijkheid. Wie een proteststem uitbracht op de Vijfsterrenbeweging van Beppe Grilo kwam van een koude kermis thuis. Grillo's beweging zit wel in het parlement maar zegt nee tegen iedere vorm van samenwerking. Ieder wetsvoorstel en elke motie van de grillini wordt op gewiekste wijze getorpedeerd door de veel ervarener politici van de gevestigde partijen, zowel links als rechts. Veel kiezers vragen zich af of Grillo er überhaupt iets toe doet in het parlement.
Ook in de locale politiek werkt de afkeer door. Maar volgens sommige commentatoren is een lagere opkomst niet noodzakelijkerwijs een negatief gegeven. Vroeger gingen hordes mensen hun voorkeurstem uitbrengen op een politicus in ruil voor de gunsten die deze hun vervolgens zou gaan verlenen. Nu politici hun beloftes niet meer waar blijken te maken, heeft deze oeroude strategie zijn bestaansrecht verloren. Ook vergrijst Italië in een hoog tempo en zijn ouderen moeilijk naar de stembus te krijgen. Met het wegvallen van de oude ideologieën wordt het aantal diehards dat altijd de Partij zal steunen ook snel minder. Italië zal dus moeten gaan wennen aan opkomstcijfers die meer lijken op die in andere landen.
Gianni feliciteert Enrico Letta
Maar dat de regering-Letta niet hoeft te rekenen op groot applaus van de kiezers lijkt onomstotelijk vast te staan. Deze regering van nationale noodzaak, geboren uit de impasse die van eind februari, beschikt over de stabiliteit van een koorddanser tussen twee wolkenkrabbers. Zo gauw Silvio Berlusconi het gevoel krijgt dat de tijd rijp is voor verkiezingen, hoeft hij slechts de stekker eruit te trekken. Enrico Letta (neef van Berlusconi's rechterhand oom Gianni) belooft dat hij binnen anderhalf jaar een aantal hervormingen zal doorvoeren: een nieuwe kieswet, maatregelen om de jeugdwerkgelegenheid te stimuleren, grondwettelijke hervormingen om het aantal parlementariërs (nu 945) te verminderen, afschaffing van de staatssubsidies voor politieke partijen e.d. Lukt dat niet, dan stapt hij op.
Berlusconi lijkt weinig te voelen voor de meeste hervormingen. Hij heeft al laten weten dat de kieswet geen prioriteit is. Het afschaffen van de gehate onroerendgoedbelasting wel (en dat levert grote populariteit op). Ook ziet hij Italië graag in een republiek à la Frankrijk veranderen, dus wat hem betreft mogen die grondwettelijke hervormingen best worden ingezet. Het laat zich raden wie dan de eerste door het volk gekozen president van Italië zou moeten worden...
Ondertussen groeit de werkloosheid, zakt het land steeds verder weg in de recessie, regent het ontslagen en staan iedere week de kranten vol met zelfmoorden van mensen die hun baan verliezen of failliet gaan. Snelle verbetering is niet in zicht.
De indruk bestaat dat de regering-Letta tot en met de verkiezingen in Duitsland van september veilig is. Zelfs Berlusconi zal het kabinet niet eerder willen laten vallen. Hoewel? Als het de komende weken veroordelingen gaat regenen in het Ruby-proces en in het proces wegens belastingfraude waarin hij al tot in hoge beroep is veroordeeld, kan alles gebeuren. Letta is gewaarschuwd en balanceert moeizaam voort.